ratten/muizen
Hier geef ik een korte uitleg over de ratten/muizen; er komt nog een website waardat je extra informatie kan vinden over ratten/muizen.
Algemeen
De familie van de ratten de muizen kent vele soorten die onderling weging verschillen.
Er is geen enkele zoogdierfamilie die haar in aantal en soorten overtreft.
De muizen en ratten zijn de meest vruchtbare zoogdierengroep ter wereld.
In de soorten binnen deze groep komt een lengteverschil voor tissen de 5 en 50 cm.
Er zijn ongeveer 100 gelsachten met 370 soorten en meer dan1500 beschreven ondersoorten.
Onze ratten en muizen behoren tot de onderfamilie van de echte ratten en muizen.
De ratten vormen een bijzonder vormelijke groep met een zeer veelzijdige levenswijze.
Hun lichaamslengte bedraagt 10 tot 30 cm et een staart die meestal iets lang is.
Het precieze aantal soorten is onbekend, maar er zijn ongeveer 570 soorten beschreven.
Het oorspronkelijke woongebied is Zuidoost-Azië.
De muizen en ratten behoren zonder twijfel tot de jongste vormen die tijdens de evolutie zijn ontstaan.
Men vermoedt dat ze 10 tot 15 miljoen jaar geleden uit hamsterachtigen zijn ontstaan.
Als men over ratten en muizen spreekt, doelt men dus alleen op een verschil ingrootte?
Dieren die een lichaamslengte van minder dan 13 a 15 cm hebben noemen we muizen, dieren die groter zijn heten ratten.
Vanzelfsprekend is dit een kunstmatige grens die geen enkele zoölogische bekentenis heeft.
Ratten en muizen hebben een zeer bijzonder relatie tot de mens, omdat zij wat hun voedsel betreft direct van hem profiteren en sterk van hem afhankelijk zijn.
De aanwezigheid van ratten en muizen heeft de menselijke geschiedenis soms beslissend beïnvloed.
Ratten fungeerden door de op hun lichaam levende rattenvlo, die ook op andere knaagdieren kan leven, als de verspreiders van de pest.
Aanschaf
Voor de aanschaf kunt u vaak bij dierenspeciaalzaken of opvangcentra terecht.
Fokkers zijn er landelijk, maar dun gezaaid en het een bijzonder soort of kleurslag gaat.
Je kunt dan het best bij speciale verenigen terecht.
Het internet kan ook een geode hulp zijn om te zoeken.
Probeer een betrouwbaar adres te vinden waar u ook voor advies en vragen terecht kan
.Bedenkt van te voren goed welk ras, kleurslag en hoeveel dieren u gaat aanschaffen.
Neem een ruim verblijf voor uw dieren.
Ze moeten voldoende kunnen bewegen in hun eigen verblijf.
Te kleine dieren kunnen beter nog 1a 2 weken bij hun moeder blijven/
Koop of neem alleen dieren dier er gezond uit zijen en die zich vrij en vitaal door de kooi bewegen.
De dieren mogen niet mager zijn en moeten ook schone beharing, ogen , oren, neus en anus hebben.
Kale plekken in de vacht en regelmatig bijten of krabben in de beharing geven problemen aan.
Controleer ook de ademhaling van de dieren; zeker bij ratten.
Huisvesting
De kooi mag vooral niet te klein zijn en moet goed geventileerd kunnen worden, zonder op de tocht te staan.
Ook moet de kooi gemakkelijk schoongemaakt kunnen worden.
Vooral een kooi met mannetjesmuizen kan snel ruiken.
Voor 2 muizen hebt u al een minimum kooimaat nodig van 50 x 30 cm.
Mooier si het als de kooi verdiepingen heeft of wanner er voldoende ruimte is om taken te plaatsen waar de dieren in kunnen klimmen.
Voor 2 ratten moet u een minimum kooimaat hebben van 80 x 40 cm, met een minimale hoogte van 35 cm.
Ook hier geld , hoe groter , hoe beter.
Als u zelf een kooi gaat bouwen moet u er wel op letten geen giftige materialen te gebruiken, zoals sommige soorten, lijm, beits en verf.
Gebruik ook zo min mogelijk spijkers, krammen of schroeven.
Wanneer een rat of muis gat knagen kan dat gevaar opleveren.
Gebruik lieve houten deugels.
Zorg voor een onderrand van minimaal 15 cm hoogte om gemors van bodenmateriaal tegen te gaan.
De bodem en de wanden moeten worden behandel met een niet giftige verf of beits, zodat er geen water of urine kan intrekken.
Neem een kleine maasweide zodat ook de jongen er niet doorheen kunnen.
Let ook op de dikte en knaagbestendigheid van uw bouwmateriaal, zodat de keren het niet door kunnen knagen.
De temperatuur mag niet onder de 7 graden komen en niet boven de 29 graden.
Een goede temperatuur is tussen de 21 en 25 graden.
Voeding
Ratten en muizen in gevangenschap eten eigenlijk alles wat de mens ook eet en zijn dan ook alleseters.
Tafelresten zijn echter heel slecht voor ze, vanwege het hoge zout- en vetgehalte van onze voeding.
Het best is een geperste korrel maar die is niet overal te verkrijgen.
Gemengd knaagdiervoer is dan een goed alternatief, waarbij u moet opletten dat ze alles opeten.
De korrel lijkt misschien erg groot voor ze, maar ze kunnen het goed eten.
Groenten en fruit mogen in kleine porties worden gevoerd.
Als tussendoortjes mogen ze voedsel hebben van dierlijke oorsprong, zoals een stukje ongezouten spek, vlees, vis, kattenvoer of hondenbrokken.
Ook een stukje gekookt eigeel, meelwormen, noten in de dop, snoepjes voorknaagdieren, stukjes kaas, gedroogd brood, gekookte aardappel, noedels, rijst en kippenbeentjes mogen beperkt worden gegeven.
Een stukje biergist of een gisttabletje is goed op de conditie op peil te houden.
Afwisseling in de voeding is aan ter raden, maar de extraatjes mogen de basisvoeding niet verdringen en kunnen daar het best mondjesmaat gegeven worden.
Ze eten naar behoefte, maar kunnen van oliehoudende zaden te dik worden.
Pas hier voor op, want voorkomen is beter dan genezen?
Schoon drinkwater mag nooit ontbreken en is een absolute levensvoorwaarde.
De rat eet 15 tot 20 gram en de mus 6 tot12 gram per dag.
Hoe kleiner het dier, hoe meer voedsel het verbrandt en hoe meer het in verhouding moet eten.
Verzorging
Tot de verzorging behoort et regelmatig schoonmaken van de kooi : minimaal 1x per week.
De kooi behoort dan niet te ruiken, als die wel het geval is, is er te weinig schoongemaakt en moet alles ontsmet worden.
Denk hierbij ook aan de tralies, waterfles, voerbak, schuilhokken en loopmolen.
Geef iedere dag voedsel en vers drinkwater.
Haal overgebleven restjes uit de kooi, zodat deze niet kunnen bederven, en geef de volgende keer wat minder.
Bekijk de dieren goed of ze er nog gezond en vitaal uitzien, en handel onmiddellijk als dat het geval is.
Pak de dieren regelmatig op, zodat ze tam blijven en gemakkelijker verzorgd kunnen worden indien nodig.
Ze kunnen bij de staartbasis worden opgepakt, laat ze dan niet bungelen, maar zet het diertje weer zo snel mogelijk neer, of ondersteun ze met de andere hand of arm.
Is het dier gewend om opgepakt te worden dan is scheppen met de hand en daarna optillen beter dan met de hand over de rug heen pakken.
Uit een schrikreflex kunnen ze bijten, ondanks ze tam zijn.
Kijk wat voor uw dier de beste methode is, en zorg dat het niet kan ontsnappen.
De kleinste gaatjes zijn vaak groot genoeg en ze zijn sneller dan u denkt.
Als u de dieren vast heeft, kijk dan ook even naar de nagels en tanden, of die niet te lang zijn of verkeerd zijn afgesleten.
Gele en rode muizen hebben een gen voor snelle vervetting, geef deze dieren daarom een aangepaste voeding met weinig vet en suikers.
Fokken
Ga alleen fokken als u zeker weet dat u een plek hebt voor de jongen.
Haal voor de bevalling de man uit de kooi om te voorkomen dat het vrouwtje direct weer gedekt wordt.
Het kan het ganse jaar door zonder veel problemen gefokt worden.
De vrouwtjes kunnen al na 6 weken geslachtsrijp zijn, mar het is beter om te wachten tot ze 3 maanden oud zijn voor ermee te fokken.
Elke 4 tot 6 dagen is het vrouwtje bronstig en ongeveer 12 uur paringsbereid.
In de meeste gevallen is dit in de nacht.
Bronstige rattenvrouwtjes hebben een eigenaardig piepje en een trilling door het lichaam als we ze over de rug aaien.
Ook de muis laat duidelijk zien dat ze paringsberied is door haar achterlijf naar de man toe te draaien met en opzij gerichte staart.
De dekking duurt maar een paar seconden, maar wordt vele malen herhaald.
Meestal poetsen de dieren zichzelf tussen de dekkingen door.
Na 2 weken is vaan lat e zien dat het vrouwtje drachtig is en haar karakter kan dan wat veranderen.
Bovendien begint ze vaak ook al met de nestbouw.
De draagtijd is 19 tot 24 dagen, het aantal jongen 4 tot 12, een enkele keer zelfs nog meer.
Na ongeveer 2 tot 3 dagen beginnen bij de jongen de haren te groeien en op de derde dag gaat de opgen open.
Pas na 8 tot 10 dagen zijn de jongen volledig behaard.
De tanden komen tussen de 11 en 13 dag door, de ogen gaan open tussen de 12 en 14 dagen, en met 3 weken gaan de jongen aan de wandel en beginnen ze gewoon voer te eten.
Met 4 weken moeten de mannetjes van hun zusjes en moeder gescheiden worden en als groepje nog 1 tot 2 weken verder groeien.
Vanaf 6 weken mogen de jongen de wereld verkennen kunnen zen aar een eventueel nieuw adres.
Ziekten
Ze kunnen ziek worden of ongedierte krijgen.
Een gezond knaagdier is duidelijk te onderscheiden van een ziek dier.
Mocht u een ziek dier aantreffen, neem dan direct maatregelen en isoleer het dier, maar ook de kooi, als er meerdere dieren van dezelfde soort in de zelfde ruimte verblijven.
Regelmatig schoonhouden van de kooi en het dier kunnen ziekten en ongedierte voorkomen.
Soms is het noodzakelijk op de dieren te wassen, dat kan eventueel ook regelmatig gedaan.
Ze zijn tamelijk gevoelig voor infectie ziekten en moeten daarom dagelijks gecontroleerd worden op afwijkingen in het gedrag en de opname van het voedsel.
Gelet moet worden op : diarree, niezen/rochelen, ontstoken ogen, jeuk, kale plekken, korstjes en wonden.
Soms worden snorharen afgebeten, meestal door een dader die nog met snorharen rondloopt en ook vachtbijten komt voor?
Schimmels en parasieten komen wel vaker voor, maar die zijn bij tijdig ontdekking goed te behadelen.
Bij schimmel moeten wel direct alle dieren uit dezelfde kooi worden behandeld en dus niet allen het aangetaste dier.
Allergieën komen oor voor, waarbij uitgezond moet worden waar de gevoeligheid vandaan komt.
Het weglaten van katten- en hondenbrokken uit het menu geeft aak al een grote verbetering te zien.